zondag 12 februari 2012

Anno 1908

 
Het is onrustig in mijn hoofd. Dichtbij of veraf...alles is onrustig. Arabische Lente , economische crisis, het -ik-tijdperk van korte lontjes en wijzen naar de ander, Europa en de verdeeldheid daarin, omvallende banken en een staat die het 'systeem' wil redden, een kabinet van de afrekencultuur... de wereld is onrustig. Ach, dat is van alle tijden zul je zeggen; er is nooit rust in de wereld. Maar per decennia zie je wel verschillen. Het tweede decennium van de 21e eeuw lijkt een omslag in zich te houden: een crisis waar onder vandaan een nieuwe ordening zal rijzen. 
Op momenten dat ik dit probeer te beseffen en alles tegelijk door mijn hoofd spookt ben ik soms het perspectief even kwijt...waar gaat het naar toe en: waar wil IK naar toe met de mensen waar ik mede verantwoordelijk voor ben?
Ik moet die chaos duiden en een plek geven zodat ik weer verder kan. Focussen op het hier en nu en wat mij nu te doen staat. 

Nu is mijn werk , directeur van een school voor speciaal onderwijs , wel erg onderhevig aan de onrust van nu. De bezuinigingen van 300 miljoen in het speciaal onderwijs komen frontaal op ons af als een grote bedreiging. Het kabinet is op ramkoers en dendert maar door om gelijk te krijgen ook al is het niet zo. De impact die het heeft op het speciaal onderwijs en de mensen die er werken worden verschillend ervaren. Grofweg onder te verdelen in drie categorieën:
a.Sommigen ervaren het als iets 'dat vast niet zo'n vaart zal lopen'. Het kabinet zal wel vallen en dan lachen we er achteraf om. Een soort 'gelatenheid' waarbij er meestal sprake van is dat het hen persoonlijk niet echt zal treffen. 
b. Anderen gaan in de proteststand staan...dit is zó onrechtvaardig: we zullen ze even laten zien wat 'ze' aanrichten. Zijn ze daarboven soms blind? Kijken ze wel naar de mensen of alleen naar de portemonnee? De grote staking van 6 maart komt er aan. Arena Amsterdam komt makkelijk vol. In zo'n roes is het makkelijk zich voor te stellen hoe het NIET moet.
c. De derde categorie mensen probeert het te begrijpen om er vervolgens een positieve draai aan te geven. Op de puinhopen van de crisis proberen iets nieuws op te bouwen.

Ik vind me zelf tot de laatste categorie behoren, hoewel ik natuurlijk ook de verontwaardiging van de 2e categorie in me heb. Maar ik wil het vooral kunnen verklaren waarom het zo mis is gegaan. Misschien bevat de analyse van het verleden wel de oplossing voor de toekomst en misschien verklaart dat wel mijn interesse voor het vak geschiedenis. Maar zo'n analyse is moeilijk. Ik doe er zó mijn best voor en steek m'n licht op bij vele knappe koppen. Dan komen we een heel eind...maar ja... vervolgens: hoe pakken we het nu aan voor een betere toekomst?

Vandaag las ik een artikel over Agnes Jongerius. Ach, wat heeft die een zwaar jaar achter de rug. Als iemand de 'zorgen' over de maatschappij moet voelen is zij het wel. Werkgeversbelangen en asociale bezuinigingsdrift van het kabinet trotserend werd ze op het eind zelfs door haar eigen leden aangevallen. En vooral toen het zich ook op haar persoon richtte: muren beklad door vakbondsleden die haar een 'verrader' noemde. Men eist haar vertrek. En toen haar man ook nog eens een hartaanval kreeg knapte er iets. Agnes moet zich dan wel héél eenzaam voelen...en alleen het rotsvaste geloof dat zij gelijk heeft kan haar er doorheen slepen.  
In het artikel wordt duidelijk hoe het proces dan verder gaat. Er stond veel op het spel: niet alleen de federatie van de vakbewegingen; ook het wereldberoemde poldermodel.
'Verkenners' werden aangerukt om dit zinkende polderschip weer vlot te trekken. Het mag een verdienste van Han Noten en Herman Wijffels genoemd worden om tot de kern te geraken.
Het gaat er om dat iederéén meetelt maar dat door alleen samenwerking op grote schaal een echte beweging mogelijk is. De FNV heeft een 'getrapte besluitvorming', dat is een hiërarchisch en bureaucratisch model. Dat verklaart waarom grote groepen zich buitengesloten voelden en er geen verbinding meer was tussen de top en de leden. 
Daarom: de huidige structuur afbreken en helemaal opnieuw beginnen. Van belang is dat iederéén zich betrokken voelt en de verantwoording neemt om bij te dragen aan het grote doel: een ware gemeenschap zijn.

Met deze gedachte in mijn hoofd moest ik er even uit om het oude papier weg te brengen. Ik woon in een klein dorp, genaamd Westmaas. We zijn er trots op dat we als gemeente het beste scoren als het gaat om recycling van oud papier en lege flessen. En dus doe ik daar ook aan mee. De papiercontainer staat eens per maand bij het sportveld dat in de winter ook dienst doet als ijsbaan. En toen zag ik plots dat bordje staan: Ijsclub Westmaas...en dan in rode letters: Anno 1908.  Tjéé....zo lang zijn er dus al vrijwilligers die zich verbonden voelen met de gemeenschap en zich inspannen om die ijsbaan mogelijk te maken. En dank zij dat 'gevoel' maken we het leven een stuk prettiger voor elkaar.....ik was even ontroerd en gunde me even de tijd om weg te dromen. Sinds 1908 zijn er vele crises langsgekomen, tot en met wereldoorlogen aan toe. Dat geeft hoop. Ook deze crisis overleven we...maar wel opletten dat we daar voor moeten polderen. Ingewikkeld en complex maar de moeite waard.


zaterdag 4 februari 2012

Sjaan For President

Sjaan was bij mij op school de schoonmaakster. Elke dag aan het werk in een groot gebouw , 3 verdiepingen , veel lokalen, kamers , toiletruimtes , vaklokalen etc. Heel bewerkelijk dus om schoon te houden. Ze maakte dat niet in haar eentje schoon; ze had hulp van een paar medewerkers. Sjaan was wel de baas. Ze had dat van nature. Een beetje volks type, haar stevig in een knot opgebonden, geen blad voor de mond, echt het prototype van de Rotterdamse niet-lullen-maar-poetsen-type.  Ze had goed de wind eronder. Schoonmaken was een vak! Ze schepte er genoegen in dat het goed gebeurde. Haar onderdanen moesten het niet in hun hoofd halen de kantjes er af te lopen, want dan kregen ze de volle laag. En hoe streng ze ook was, toch was ze heel hartelijk en eerlijk. 
Schoonmaken gebeurde aan het einde van elke dag. Sjaan kwam altijd wat eerder, want dan kon ze even controleren of de leerkrachten en assistentes er niet een bende van hadden gemaakt. En o wee als je het aanrecht niet leeg had. Of de prullenbakken niet gebruikt. Of de vloer niet vrij had gemaakt van allerlei  prullerige dingen die het vegen zouden bemoeilijken. Of je nou assistent of directeur was maakte niet uit: ze sprak je altijd direct er op aan. Zij had ook haar trots en daar moest je niet mee spotten. 


Dit is al weer vele jaren geleden. In de laatste jaren voor haar pensioen merkte ze al dat het vakmanschap van de schoonmaker steeds verder uitgehold werd. Het bedrijf waar ze voor werkte sloot steeds scherpere contracten af met de beheerders van het gebouw. Het kon altijd goedkoper en het moest altijd beter. Op papier dan. Ik maakte mee dat regelmatig een schoonmaakinspecteur mee liep en een stopwatch gebruikte om op de seconde nauwkeurig te meten hoe lang de schoonmaakhandelingen duurden. En dan wist je al: het volgende contract was weer goedkoper. En telkens weer andere schoonmaaksters uit allerlei landen. Want die waren goedkoper. 


En toen ging Sjaan met pensioen. Er werd gelukkig een afscheidsreceptie voor haar georganiseerd. Niet door het schoonmaakbedrijf waar ze voor werkte..nee, door de school en revalidatiecentrum waar ze al die jaren voor schoongemaakt had. Tijdens de receptie voelde iedereen al haarfijn aan: het vertrek van Sjaan betekende het einde van een tijdperk. En het zou nooit meer het zelfde worden. 


Nu, vele schoonmakers later , waar je niet eens een gesprek mee kán voeren omdat ze geen woord Nederlands verstaan. Ze zouden er ook geen tijd er voor hebben, want die stopwatch is er nog steeds. Opschieten, opschieten, sneller , sneller...goedkoper, goedkoper.  
En waar is de baas? Die baas is er wel maar niet zichtbaar meer. Die zit ergens op een kantoor achter een PC. Vanachter een dashboard met allemaal getallen legt hij de figuurlijke zweep over al die schoonmakers. 
De manager , losgezongen van de realiteit. Dénkt dat er goed wordt schoongemaakt want: er komen geen klachten meer van de klanten. 
Maar met die klanten worden geen echte gesprekken meer gevoerd. En die klanten hebben wel in de gaten dat schoonmakers ondertussen de meest ondankbare en slecht betaalde baan hebben...daar kun je alleen maar medelijden mee hebben. De meesten voelen wel aan dat klachten worden vertaald in het nog verder naar beneden trappen van schoonmakers.


Maar nu is het genoeg. Schoon genoeg. Schoonmakers staken voor betere arbeidsvoorwaarden. En terecht. Vakbonden en socialistische partijen gaan voor hen op de bres. Maar ze hebben het tij niet mee. In de 'moderne Westerse wereld' waait nog de gure wind van 'wetenschappelijk manager' Taylor. Taylor is de man van de stopwatch.
Al lang geleden gestorven, maar hij leeft nog steeds voort. 


En dan zie ik Mitt Romney op televisie. Bezig met zijn opmars naar het presidentschap van Amerika. Romney is Taylor. Met de stopwatch in de hand , alleen maar oog voor de superrijken. Een gruwelijk vooruitzicht als hij president zou worden. Was Sjaan nou maar op de goede plek en op het juiste moment. Sjaan for president! ...jaaaaaah...goeie ouwe Sjaan zou hem wel op z'n nummer hebben gezet. Achter de zwabber jij! en nu : werken. En dan bedoel ik: écht werken!