zondag 25 september 2011

Breinkracht in het onderwijs(2)



We benutten nog maar een fractie van onze breinkracht
Het menselijk brein


In het vorige blog ging ik de vergelijking aan van kunstmatige intelligentie met het menselijk brein. Daarbij keken we naar de voortgang  waarmee computers steeds sneller en steeds complexere berekeningen aan kunnen. De software is steeds beter in staat het neurologisch netwerk van het brein te simuleren. In dit tempo zal vermoedelijk over 20 jaar een doorsnee computer net zo veel schakelingen kunnen maken en net zo snel zijn als het menselijk brein.


Nu draaien we het om: wat weten we eigenlijk over de werking van het brein? De breinwetenschappen ontwikkelen zich zo mogelijk nog sneller dan de ontwikkeling van computers. Waar processors qua rekenkracht zich elk jaar verdubbelen, verdubbelt de kennis over de werking van het brein elke 3 maanden! 
Nu is het wel zo dat het volledig doorgronden van het brein net zoiets is als het in kaart brengen van alle zonnestelsels in de ruimte...áls er al een 'buitenste rand' is in het heelal. Maar toch: het ziet er naar uit dat over 20 jaar, als computers ingezet kunnen worden vanwege hun intelligentie op plekken waar het niet gezond is voor de mens ( zoals bv luchtverkeersleiders of onbemande ruimtevaartuigen ) de 'rise of the machines' een omslagpunt zullen hebben bereikt. Denk je nog verder door zouden menselijke breinen zelfs inferieur kunnen worden aan die van computers! Een horror-scenario waarin mensen onderworpen worden aan machines? ( denk bijv. aan de film-trilogie 'The Matrix' ) . Is dat denkbaar?


breinwetenschap is 'hot'
Ik dacht het niet. Althans..voorlopig niet . Dat omslagpunt zal pas véél later dan over 20 jaar worden bereikt. Dat heeft simpelweg te maken met het feit dat wij mensen, nog maar een fractie gebruiken van wat het menselijk brein aan kan. Pas de laatste paar jaar leren we heel veel over 'het leren' en vooral: hoe we béter leren en beter kunnen onthouden. 
Het 'leren' blijkt in de hersenen het werk te zijn van zgn. 'spiegelneuronen' ; dat zijn sterke en uitgebreide verbindingen tussen hersencellen en die aangelegd worden onder invloed van gedrag, gedachten en inspanningen. 
Wat betekent dat nu? Is het werkelijk zo dat dat we onze hersenwerking kunnen beïnvloeden? En zo ja, hoe ver gaat dat dan? 


Toch lijkt dat wel bevestigd te worden. De hersens zijn in zekere mate 'plastisch' en hebben daarbij zelfs een herstellend vermogen. Je ziet dat bijvoorbeeld bij mensen met een hersenbeschadiging. Soms worden beschadigde hersenfuncties gecompenseerd door op een andere plek verbindingen te leggen. De 'wil' is dan wel erg belangrijk. Dove mensen kunnen meestal erg goed liplezen. Maar als de persoon in kwestie er niet zijn best voor doet om dat te leren, zal hij er ook niet goed in worden. 
Zintuiglijke waarneming maar ook vaardigheden zoals lezen en spreken hebben alle een bepaalde plek in de hersenen waar de neuro-verbindingen zijn aangelegd. Hoe beter iemand in staat is om bijvoorbeeld te spreken, hoe uitgebreider het netwerk van verbindingen. Ook de kwaliteit van de verbindingen doet er toe. Hoe vaak iemand een vaardigheid oefent, hoe sterker de verbinding. Dat is de essentie van het oefenen. Ook voor de hersenen geldt dus: use it or lose it. 




En nu het onderwijs....
Dit is fantastisch nieuws! Het brein is dus maakbaar. Dat moet haast wel een enorme impact op het onderwijs hebben. Op mijn mytylschool hebben alle leerlingen een lichamelijke beperking en 65% van de leerlingen hebben daarnaast ook nog een bijkomende stoornis. In veel gevallen is die stoornis gelegen in de hersenfunctie, meestal veroorzaakt  door een trauma ( bv zuurstoftekort tijdens de geboorte of hersenbeschadiging ten gevolge van een verkeersongeval ). Kinderen met NAH ( = niet aangeboren hersenletsel ) kunnen, mits er veel geoefend wordt én met veel doorzettingsvermogen toch nog 'hoger' uitkomen dan men aanvankelijk aannam. Men moet toch voorzichtig zijn met dit soort uitspraken; veel factoren die tot het gewenste resultaat zouden kunnen leiden zijn nog niet bekend.  Duidelijk is wel dat als er gericht wordt getraind kinderen met voldoende motivatie aardig ver kunnen komen. 


Ook voor het reguliere onderwijs liggen hier kansen. Als de didactiek , de kunst van het onderwijzen, meer rekening houdt met de 'breinprincipes van het leren' zullen de lessen veel effectiever kunnen zijn. 
Het instituut voor breincentraal leren ( BCL ) noemt 6 breinprincipes ( zie kader)


Het is slechts een uitwerking ; de wetenschap over de werking van het brein is nog jong en nieuwe ontdekkingen over de werking van het brein kunnen leiden tot nieuwe inzichten in de onderwijskunde. 
Voor mij staat vast dat we aan het begin staan van een enorme doorbraak in de wetenschap én die van het onderwijs. Onderwijs zou zich veel meer moeten richten op hogescholen en universiteiten waar deze waardevolle kennis beschikbaar komt. Vervolgens heeft het onderwijs de dure plicht zich om te vormen tot expertisecentra van Leren ( met een hoofdletter). Als leraren de ruimte krijgen om hun leerlingen tot maximale talentontwikkeling te bewegen , gaat het misschien nog wel helemaal goed komen met het onderwijs.  Leraren worden weer de professionals , stijgen weer in aanzien , worden scholen weer als een essentiële bijdrage gezien voor de samenleving en bovenal: gaan de leerlingen van nu ons straks helpen een duurzame samenleving te bouwen. 


Uit de laatste zinnen spreek ik vooral mijn hoop uit. In werkelijkheid zijn er heel veel signalen die de andere kant uitwijzen. Ik wil dat niet zo maar laten gebeuren en zal mijn uiterste best doen om leraren, scholen, besturen en overheden te wijzen op de kansen die er liggen. In deze complexe maatschappij is dat soms moeilijk te zien maar samen...samen komen we er wel uit. 


De volgende keren zal ik in mijn blogs verschillende aspecten van die duurzame wereld belichten.  Als eerste: welke 'mindset' is nodig voor een betere toekomst? 


Jan Kraaijenbrink

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tja, het klinkt heel erg mooi. Te mooi om waar te zijn.

    Aan het einde van de jaren-tachtig was een beweging die de oosterse filosofie en de natuurwetenschap met elkaar in contact tracht te brengen. De spirituelen voelden zich bevestigd in hun wereldbeeld door de uitspraken vanuit de kwantummechanica.
    Natuurwetenschappers zelf hoorde je niet, die hadden verstand van natuurkunde. Juist degenen die geen verstand hadden van natuurwetenschap liepen weg met de kwantummechanica.

    De trend is een zachte dood gestorven, gelukkig.

    Tegenwoordig is een soortgelijke trend zichtbaar. Onderwijskundigen zien zich bevestigd vanuit de hersenwetenschappen, hebben daar zelf geen verstand van maar menen wel de hersenwetenschappen te kunnen gebruiken voor hun onderwijskundig werk.

    Ik hoop dat deze trend ook een zachte dood sterft. De hersenwetenschappen zijn nog te jong voor goede en bruikbare inzichten.

    Onderwijskunde is geen wetenschap. Ze vertoont zeer grote gelijkenis met de spirituele beweging van vorige eeuw, zoals het idee dat de mens maakbaar is en de drang naar bevestiging vanuit de natuurwetenschappen.

    Inderdaad, baseer uzelf op wetenschap. Maar voor wetenschap is een goede falsifiseerbare theorie nodig die ondersteund is door statistisch significante experimenten. Leerstijlen zijn niet ondersteund door wetenschappelijk bewijs. Sociaal constructivisme is een filosofische stroming die discutabel is.

    Er is niet veel wat onderwijskunde tot wetenschap maakt...

    BeantwoordenVerwijderen